Elder Stekkinger schreef rond 28 juni in een brief het volgende:
Lieve vrienden,
Deze brief schrijf ik per post, zodat ik mijn gevoelens en ervaringen goed kan uitdrukken zonder mij te haasten en belemmerd te voelen door een aftellende klok op het computerscherm. In deze brief hoop ik dat de Geest mij kan leiden en de woorden kan schrijven die anderen zullen sterken.
Deze week was een zware week. Een week van teleurstelling, verwarring en andere negatieve gevoelens. Maar ze werden gevolgd door geluk, vreugde en vele nieuwe inzichten in mijn zendingswerk. Deze beproevingen helpen ons om vooruitgang te maken en steeds meer overtuigd te worden dat er een God is en dat Jezus Christus onze Verlosser is.
Elke dag wanneer ik opsta, beloof ik mijn Hemelse Vader dat ik Hem alles zal geven, de beste zendeling te zijn en dat te doen wat Hij van mij verwacht. Mijn verlangen is groot, maar het vlees is zwak. En elke avond kwam ik tot de conclusie dat ik een mislukkeling was. Ik gaf niet alles, ik benutte mijn tijd niet volledig en elke keer als ik probeerde te studeren voelde ik me verloren en verdwaald.
Wat was er mis met mij? Waarom leek het alsof de Geest zich aan mij ontrok? Tijdens mijn wekelijkse interview met br. Steward, mijn leraar, probeerde ik mijn gevoelens uit te drukken, maar wist niet wat ik voelde en kon het hem niet goed uitleggen. Br. Steward, gezegend met veel ervaring, een wijs inzicht en geleid door de Geest deelde wat schriftteksten met me die een heel ander inzicht gaven.
Maar nog steeds voelde ik me raar, teleurgesteld in mezelf en negatief. Br. Steward bemerkte dat de volgende dag en deelde toen een andere tekst met me. Wanneer Jezus in de woestijn is en na 40 dagen wordt verzocht door Satan, spreekt deze: “Als Gij de zoon van God zijt, verander deze stenen in brood.” Nu zat die verleiding van Satan niet zozeer in de stenen, maar in zijn eerste woord “Als”. Satan probeerde Christus aan Zijn identiteit en doel te laten twijfelen.
Mijn ogen werden geopend. Ik zag opeens in dat al de negatieve gevoelens, teleurstelling en verwarring de nieuwe tactieken waren van onze gemeenschappelijke tegenstander, om me te doen twijfelen aan wie ik ben, wat ik ga doen en wat ik ga bereiken. Een uur nadat ik die inzicht kreeg kwam er een vervangende leraar. Geïnspireerd als hij was, gaf hij les over Alma 49 (hoofdstuk in het Boek van Mormon, ed.), waarin we lezen over de oorlog tussen de Lamanieten en Nephieten, en waarin Moroni de zwakke plaats Noach versterkt tot het sterkste fort dat men ooit had gekend. Moroni had allereerst zijn zwakheden geïdentificeerd. Vervolgens versterkte hij zijn zwakste plek (de ingang) met zijn sterkste mannen. De Nephieten overwonnen zonder enig verlies.
Nu ik mijn nieuwe zwakheid had geïdentificeerd, moest ik het versterken met alle macht. Twijfel wordt vervangen door hoop, door mijn geloof en getuigenis in Christus. Mijn doel is om mensen uit te nodigen tot Christus te komen door hen te helpen het herstelde Evangelie te ontvangen. Door geloof in Jezus Christus en Zijn zoenoffer, bekering, doop, de gave van de Heilige Geest en tot het einde te volharden.
Ik heb door deze ervaring geleerd dat er altijd tegenstelling is, ook in mijn zending. Om te weten hoe de Geest voelt, moeten we ook weten hoe het is zonder de Geest. Ik had dat blijkbaar nog niet helemaal door.
Mijn zending gaat over alles behalve mezelf. Wie het leven wil behouden, zal het verliezen. Wie het om Zijn wil verliest, zal het behouden (Mattheus 10:39). Als ik mijzelf in dit werk verlies, zal ik mijzelf vinden. Ik weet dat dat zó waar is. Ik heb dat deze week ervaren.
Onze gemeentepresident daagde ons uit elke dag geplande en ongeplande dienstbetoon te verrichten. Elder CB en ik gingen deze uitdaging aan. Elke avond planden we twee dienstprojecten. Zo hebben we alle kamers van onze district stiekem schoongemaakt en opgeruimd. Tassen gedragen, thank you-notes geschreven en voor zusters in de rij voor ontbijt gestaan. Deuren opengehouden, dienbladen opgeruimd voor zusters etc etc.
Na een week gaven we feedback aan onze president. We beseften dat Elder CB en ik nog nooit zo close waren geworden. We voelden ons zoveel beter en optimistischer. Mensen leken nog vriendelijker en het voelde alsof ik was veranderd. “Wanneer gij in dienst van uw mededienstknecht zijt, [zijt] gij louter in dienst van uw God.” (Mosiah 2:17)
Dit is mijn getuigenis, dat Jezus is de Christus. Mijn Verlosser en Heiland. Door Zijn zoenoffer kunnen we met onze geliefden voor eeuwig in Gods tegenwoordigheid leven. In Zijn heilige naam, amen.
Elder Stekkinger