14 januari 2008
“Wij geloven dat iemand van Godswege moet worden geroepen, door profetie en door handenoplegging van hen die daartoe het gezag bezitten, om het Evangelie te prediken en de verordeningen ervan te bedienen.”(Geloofsartikel 5)
De afgelopen maanden herkende ik het patroon van gezag en macht regelmatig in de schriften. Deze twee woorden worden onafscheidelijk met elkaar gekoppeld, maar toch apart genoemd. Ik heb regelmatig over dit verschil gesproken, maar het onderwerp blijft in mijn hoofd hangen tijdens mijn studies.
Laat ik een voorbeeld geven wat het verschil goed weerspiegelt. Gezag is het papiertje dat toestemming geeft voor een persoon om te rijden. Je weet wel, een autorijbewijs. Macht daarentegen is iets heel anders, en is de vaardigheid om te rijden. Zonder de vaardigheid om te rijden, maakt dat ene papiertje niks uit. Sterker nog, wanneer iemand zijn gezag misbruikt, wordt zijn gezag direct ontnomen, en moet hij de prijs betalen voor de veroorzaakte schade wanneer hij zijn gezag niet juist gebruikt. Echter, iemand kan dan nog wel de vaardigheid hebben, maar zonder dat papiertje is hij alsnog illegaal bezig.
Als zendeling dragen we vele bevoegdheden zowel vanuit de hemel als van de regering. Zo hebben we het recht om bepaalde gebouwen op elk tijdstip te bezoeken. Ons gezag gaat nog veel verder dan we zelfs beseffen, omdat we een papiertje dragen die bewijzen dat wij 'geestelijken' zijn.
Daarentegen dragen wij ook het gezag van God om het evangelie te prediken. Ik ben geroepen door inspiratie: een Apostel heeft mij hier gezonden. Sommigen van mijn dierbaren waren ook ooggetuige van de handoplegging waar een gevolmachtigde aan mij gezag overdroeg.
Toch betekent dit gezag niet dat ik macht draag. De eisen van deze macht vinden we in LV 121:41-45 als priesterschapsdragers en als zendeling in LV 4: 2-7. Dit streven duurt een leven lang.
Nu is het mijn taak, als vertegenwoordiger van Jezus Christus, mijn gezag om te zetten in macht, door rechtschapen te leven en Christus' voorbeeld te volgen. Dat papiertje dat wij dragen betekent niks in mijn ogen, dan alleen in de ogen van hen die proberen ons op te sluiten (Ja, sommigen bellen de politie, en zij allen worden beschaamd). Maar de kennis, dat ik geroepen ben door Jezus Christus, de Zoon van God, om Zijn woord onder Zijn volk te verkondigen, is genoeg.
Ik weet dat Joseph Smith het Gezag van God heeft hersteld, die verloren ging na de dood van de apostelen die door Christus werden uitgekozen. Niemand kan ook maar echt geloof in Christus hebben en ontkennen dat Joseph Smith door God geroepen was. Want de Heilige Geest openbaart waarheid, en zij die een getuigenis ontvangen van de Heilige Geest zullen net zo sterk voelen dat de herstelling in 1820 begon, door een 14-jarige jongen die een simpel gebed opdroeg tot zijn Hemelse Vader. Hij was geroepen door God. Ik weet het, God weet het, en ik kan het niet ontkennen. Ik wil het niet ontkennen. Ik zal het niet ontkennen.
In Christus' naam, amen.
Elder Stekkinger